Melkveehouders Tiggeloven voeren mengkuil met gewalste grondstoffen
Het voeren van mengkuil aan de koeien is bij melkveehouders Tiggeloven in Winterswijk-Meddo onderdeel van een aanpak om de koeien optimaal te laten presteren. En dat lukt ze prima. Ook al omdat Benny en Sander Tiggeloven echte koeienboeren zijn en snel handelen als een koe aandacht nodig heeft.
Bij het voerhek staan Benny (62) en Sander (35) Tiggeloven. Ze zijn in gesprek met Ard Nijland, bedrijfsadviseur bij Coops Mengvoeders, over de koeien aan de andere kant van het hek.
‘We houden het graag praktisch’, vertelt Nijland als we een kwartier later aan de keukentafel zitten. ‘Samen met de boer naar de koeien kijken, erover praten en de mest beoordelen, zijn de eerste acties als ik een melkveebedrijf bezoek. En daarvoor ben ik hier aan het goede adres want Benny en Sander zijn diergerichte managers, ofwel koeienboeren in hart en nieren. Ze zijn altijd in voor gesprekken waarmee ze hun vakmanschap kunnen aanscherpen.’
Benny en Sander Tiggeloven zijn melkveehouders in Winterswijk-Meddo (Gld.), niet ver van de grens met Duitsland. De afgelopen jaren maakten de ondernemers met hun bedrijf een flinke groeisprong door het bouwen van een nieuwe stal.
Koeien houden van steeds hetzelfde, met een mengkuil kun je dat behoorlijk goed benaderen
‘In 2015 hadden we al een vergunning voor de bouw van een stal. Maar toen hebben we nog even afgewacht omdat er van alles in beweging was in de sector, onder meer door de komst van de fosfaatrechten’, vertelt Benny. ‘Drie jaar geleden achtten we de tijd rijp om wel te gaan bouwen. We hebben het plan van 2015 wel enigszins aangepast. Met name door de keuze om over te stappen op automatisch melken.’ In 2022 namen de melkveehouders een nieuwe stal voor 110 melkkoeien in gebruik. Twee robots verzorgen het melken van de koeien.
Terugkijkend kun je zeggen dat de komst van een nieuwe stal hard nodig was. Na een ruilverkaveling kwamen Benny en Francis Tiggeloven in 1987 op het huidige bedrijf terecht. De ligboxenstal die er toen al stond, deed vervolgens jaren dienst om de melkveestapel te huisvesten. ‘Toen we hier begonnen, molken we 310.000 kilo per jaar. We verkeerden in de veronderstelling dat we in deze stal konden doorgroeien tot maximaal 600.000 kilo. Maar net voor de overgang naar de nieuwe stal zaten we al op 860.000 kilo melk. De 80 koeien die we toen molken in een 2x6-visgraat gaven gemiddeld 10.200 kilo per jaar.’
De afgelopen twee jaar is de gemiddelde melkproductie van de inmiddels 110-koppige melkveestapel verder gestegen naar 11.300 kilo. ‘Daarbij spelen verschillende factoren een rol’, stelt Sander. ‘De nieuwe stal biedt de koeien betere leefomstandigheden. De maatvoering is afgestemd op de koeien die we nu hebben, de boxen zijn comfortabel en de koeien lopen op rubberen vloeren. Uiteraard zal ook het automatisch melken een rol spelen, waarbij de koeien meerdere keren per dag de melkrobot kunnen bezoeken.'
'Dat de koeien goed produceren, zien we in de melktank, maar we zien het ook aan de dieren zelf', zegt hij. 'De koeien zijn gezond en ze zitten letterlijk goed in hun vel. De koeien glanzen, zijn goed in conditie en hebben goed gevulde pensen, en de uier- en klauwgezondheid zijn prima. Zowel vaarzen als oudere kalfskoeien starten goed op na afkalven.’
Koeien vreten mengkuil
Vader en zoon Tiggeloven zien ook het voeren van de koeien als belangrijke succesfactor. Sinds de ingebruikname van de nieuwe stal vreten de koeien een volledig gemengd rantsoen dat afkomstig is uit een mengkuil. Drie tot vier keer per jaar laten de ondernemers een mengkuil samenstellen waarmee ze ongeveer 100 dagen vooruit kunnen. De mengkuil bestaat uit graskuil en snijmais, aangevuld met enkele enkelvoudige krachtvoergrondstoffen, vaak gerst en/of raapschroot.
Waarom een mengkuil? ‘Koeien houden van steeds hetzelfde. Met een mengkuil kun je dat behoorlijk goed benaderen’, stelt Sander. ‘In het verleden hebben we een paar keer een mengkuil laten maken en hadden daar goede ervaringen mee. We zien het systeem van werken met een mengkuil als een effectieve en economisch interessante manier om hoogproductieve koeien goed te voeren.’
Geen voermengwagen nodig
Wat kost het dan? ‘Bij ons komen de kosten van het maken van een mengkuil uit op 1 cent per liter melk. Tegenover deze kostenpost staan lagere mechanisatiekosten. Een dure voermengwagen hebben we niet nodig. Sinds jaar en dag voeren we onze koeien met een eenvoudige krabbak achter de trekker. Dat gaat makkelijk en vlot. Wegen van verschillende rantsoencomponenten hoeven we niet te doen. Het voer komt altijd in de juiste verhoudingen voor de koeien terecht’, vertelt Sander.
Benny beredeneert dat de kosten van de krabbak te overzien zijn. ‘De laatste die we kochten kostte ons 8.000 euro. Als je de machine na 5 jaar een keer laat reviseren, kun je er in totaal 8 jaar mee werken. Recent hebben we bekeken wat het voeren ons kost aan dieselolie. Dat is ongeveer 32 liter per week; daar kunnen we 14 keer voor voeren.’
Sander benadrukt dat het maken van een mengkuil geen trucje is om minder goed ruwvoer te kunnen verwerken. ‘Voor een goede mengkuil heb je topruwvoer nodig. Daar besteden we dan ook veel aandacht aan.’
Voorafgaand aan de productie van een nieuwe mengkuil komt adviseur Ard Nijland op bezoek. Op basis van de beschikbare ruwvoerkuilen berekent hij de best passende mengverhouding en de noodzakelijke toevoeging van krachtvoergrondstoffen.
Het daadwerkelijk maken van een mengkuil doet de Duitse loonwerker Christoph Upgang uit Ahaus. ‘Hij is hier ongeveer een dag bezig om een mengkuil voor 100 dagen te maken. Upgang komt met een vrachtwagen waarop een grote mengkuip is gemonteerd en twee shovels. Aan het eind van de dag weten we exact wat het ons gekost heeft.’
Dat mengvoerleverancier Coops Mengvoeders sinds enkele jaren beschikt over de mogelijkheid om voergrondstoffen te walsen in plaats van te malen met een hamermolen, past goed in het straatje van Benny en Sander Tiggeloven.
Nijland: ‘Walsen in plaats van malen van bijvoorbeeld gerst, zorgt voor andere verteringseigenschappen. Walsen heeft een ander effect op de grondstoffen dan pletten zoals voorheen wel werd gedaan. Bij walsen wordt het contactoppervlak van de grondstof aanmerkelijk vergroot, waardoor pensmicroben beter hun werk kunnen doen in de vertering ervan.'
'Gemalen gerst komt snel vrij in de pens van de koe', legt hij uit. 'Dit kan ervoor zorgen dat het rantsoen te snel wordt. Dat zien we terug bij het beoordelen van de mest. Door een groter aandeel gerst dat in de mengkuil terechtkomt te walsen in plaats van te malen, kunnen we het rantsoen iets minder snel maken. Hiermee zijn we nog beter in staat om een mengkuil te maken waar de koeien het prima op doen en gezond bij blijven.’
Overigens past Coops het ‘spelen’ met de verhouding gewalst/gemalen ook toe bij het maken van mengvoeders. ‘Met precies hetzelfde doel: een brokje maken dat het beste past in het rantsoen van de koe.’ Op het bedrijf van Tiggeloven kunnen de koeien naast het basisrantsoen dat ze in de vorm van mengkuil krijgen maximaal 7 kilo krachtvoer vreten bij de melkrobot en 2 kilo in voerstations. Dit resulteert in een totaal verbruik aan krachtvoer (inclusief losse grondstoffen) van 22,5 kilo per 100 kilo melk.
‘Sinds het gebruik van gewalste grondstoffen in ons krachtvoer, worden naast een hoge melkproductie de gehalten van vet en eiwit beter ondersteund. Het gaat immers om de totale productie van vet en eiwitgrammen per koe per dag’, zegt Sander: ‘Voor ons is dit een mooie manier van werken. Door het werken met een mengkuil in combinatie met het naar behoefte spelen met de wals/maalverhouding van krachtvoer, komen we tot een prima benutting van het krachtvoer. Iedere koe krijgt wat ze nodig heeft en, wat we zelf heel belangrijk vinden: er heerst rust in de stal. Wanneer je er ook komt: ’s morgens, ’s middags of ’s avonds. Het is rustig.’
Bedrijfsgegevens Tiggeloven
Benny, Francis en Sander Tiggeloven hebben een bedrijf met 110 melkkoeien en 60 stuks jongvee. Momenteel hebben ze 69 hectare grond in gebruik. Op 9 hectare telen ze snijmais. De rest is grasland. De gemiddelde melkproductie per koe is 11.370 kilo met 4,43 procent vet en 3,58 procent eiwit en een gemiddeld ureumgetal van 21. De melkproductie per afgevoerde koe is 41.000 kilo.Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Coops Mengvoeders
Coops Mengvoeders
Coops Mengvoeders is een vooruitstrevend bedrijf welke sinds jaar en dag specialist is in het produceren en leveren van rundvee- en varkensvoeders en...
Lees verder »